AntForum

Hallo allen

De mier die ik in de bijlagen heb gedaan wil ik graag wat meer over te weten kom. Ik ben het nest in het bos tegen gekomen. Het is een grote mier soort. Als iemand hem herkent of meer er vanaf weet hoor ik het graag.
Met ingedachten dat ik Meschien geluk kan hebben als ze in bruidsvlucht gaan om een koningin te vangen.

Zelf heb ik tot nu toe twee soorten gevonden die erop lijken:
camponotus herculeanus
formica rufa

Als vast bedankt

Dit is volgens mij Lasius emarginatus.

Lasius emarginatus werksters hebben een grootte van 2,5-5 mm. Het is een tweekleurige mier, de kop en het gaster zijn zwartbruin en het mesosoma (thorax) is oranjerood. Deze soort heeft zwermvluchten van begin Juli tot eind Augustus. Ze leven voornamelijk in stedelijke biotopen en dorpen: binnenshuis, in oude muren, stedelijk groen, tuinen, kassen. De koloniestichting is onafhankelijk, wat betekent dat als je een koningin vangt, dat je die een maand in een reageerbuisje houdt zonder te storen en dat ze zelf haar eerste generatie werksters opvoed. Deze soort is monogyn. Het is een best agressieve soort die bijt wanneer het nest wordt verstoord.

Om te weten hoe je een reageerbuisje klaar moet maken voor een koningin, verwijs ik je door naar viewtopic.php?f=11&t=150&p=247#p247

Ondanks wat Dataser zei is dit geen Lasius soort, maar een Formica soort. (wel goede uitleg over Lasius emarginatus )
Ik ben zelf niet echt een expert op het vlak van Formica maar ik vermoed dat dit een Formica rufibarbis werkster is.
Zelf kan je dan nog even na-googelen wanneer deze exact uitvliegen, succes !

Nu je het zegt, dit lijkt inderdaad meer op Formica rufibarbis! Hier zal ik ook een uitlegje over doen dan .

Formica rufibarbis werksters hebben een groote van 4,5-7,5 mm, met vrij duidelijke groottevariatie tussen de individuen van dezelfde kolonie. Gaster is heel donker, bijna zwart; kop is donkerbruin, vaak met lichtere oranjerode delen; Mesosoma (thorax) is meestal oranjerood, soms bruin. Deze soort heeft zwermvluchten van begin Juni tot eind Juli. Ze leven in allerlei biotopen, in het algemeen goed geëxponeerd: graslanden, kalkgraslanden, kruidenrijke rotsrichels, schaars begroeide hellingen, taluds, braakliggend terrein, zandgronden, en vele door de mens gemaakte omgevingen. De koloniestichting is ook onafhankelijk, en de kolonies zijn polygyn of monogyn.

Het nest heb ik gevonden in een vallei in het bos. De grond waar het nest zich bevind lijkt op zand komt ook overeen met je beschrijving. De werkersters zelf zijn erg groot als je ze vergelijkt met de normalen straat mier.

Super bedankt voor de reacties en uitleg.
Zal wat laten weten als ik geluk heb met een vangst.